Er zeilt een roze knuffel over de vloer.
“Die is van haar”, wijst een vrouw naar de vrouw in de rolstoel. Kitty geeft haar de knuffel en pakt haar eigen roze knuffel. Kitty aait de knuffel van de vrouw en de vrouw glimlacht. Dan aait zij Kitty’s roze knuffel.
Een man schommelt heen en weer in zijn rolstoel. Het wiel piept door het gewiebel. Kitty zingt een liedje over een muis in het wiel en de man zit onbeweeglijk te luisteren. Na het liedje begint hij weer te schudden. Kitty geeft hem voorzichtig een bal die geluid kan maken. De bal maakt lawaai als die uit zijn handen valt. Als de man dat door heeft, grijnst hij en smijt hij de bal telkens hard op de grond.
“Het is koud” zegt een vrouw. Met haar koude handen pakt ze Kitty’s hand.
“Morgen schijnt de zon”, zegt Kitty en warmt de hand op haar wang.
“Lekker”, zegt de vrouw, “het is koud”.
Het is bijna tijd om te eten.
Kitty zingt een liedje voor een vrouw over wat er in haar brooddoos zit. De vrouw kijkt de zuster vertwijfeld aan.
“Is dat leuk?”, vraagt ze aan de zuster.
“Het is wel persoonlijk, het gaat over jouw trommeltje”, antwoordt de zuster.
“Oh”, zegt de vrouw opgelucht. “Het klinkt ook wel goed”.