“Zal ik muziek maken?” vraagt Kitty aan de man op bed.
“Nee, dat duurt te lang,” zegt hij.
“Dan houd ik je hand vast,” zegt Kitty. De man pakt Kitty’s hand in een flinke greep.
“Wie is dat, Piet Snot?” vraagt de man.
“Ja dat zie je aan mijn neus,” zegt Kitty.
“Dat gaat wel over,” zegt de man. “Hoe oud ben je?”
“Ongeveer driehonderd,” zegt Kitty. “En jij?”
De man gniffelt. “Víerhonderd,” zegt hij. “Ik ben ziek.”
“Je bent ook sterk,” zegt Kitty en knijpt terug in de knijpende hand van de man. “En ook heel knap.”
“Knap? Dat heeft nog nooit iemand gezegd. Ga je nu naar de andere mensen?”
“Ja,” zegt Kitty. “Slaap lekker!”
De man sluit zijn ogen.
In de kamer kijkt de vrouw in de rolstoel vanuit haar ooghoeken naar wat Kitty in de kamer doet. Dan staat Kitty tegenover haar aan de andere kant van de tafel met een bal.
“Ik ga gooien,” zegt Kitty. “Eén twee drie!”
De bal rolt langzaam naar de vrouw. Haar hand is er niet op tijd bij en de bal rolt van tafel.
“O nee!” roept Kitty. Een klein glimlachje verschijnt op het gezicht van de vrouw.
Kitty raapt de bal op en rolt opnieuw. “Eén twee drie!”
Nu krijgt de vrouw de bal te pakken. Ze verstopt de hand met de bal onder tafel.
“Mag ik alstublíeft de bal weer?” vraagt Kitty. Geen reactie. Kitty gaat dichtbij de vrouw staan en vraagt opnieuw.
De vrouw kijkt Kitty aan. Langzaam gaat haar hoofd naar links. En dan naar rechts.
De zuster gaat helpen. Kitty gaat weer tegenover de vrouw staan.
“Gooi maar op mijn neus!”
De hand met de bal komt boven tafel. De zuster haalt de vingers van de vrouw los en gooit samen met haar.
“Auw auw auw!” roept Kitty als de bal eraan komt.
De vrouw kijkt de zuster glimlachend aan.
Raak
Bladwijzer de permalink.