De man op bed kijkt Kitty met wakkere ogen aan.
“Goedemorgen,” zegt Kitty en wrijft hem over zijn stoppelbaard.
“Jaa,” zegt de man.
“Nog even en je hebt een baard als Sinterklaas!” zegt Kitty.
De man schatert het uit en zegt “jaa.”
Kitty zingt een sinterklaasliedje voor de man en hij knikt mee op de maat.
De vrouw op bed heeft de ogen dicht.
“Slaap je nog?” vraagt Kitty en er komt geen reactie. Kitty loopt haar kamer uit en hoort dan dat de vrouw geluiden begint te maken. Ze heeft haar ogen open en kijkt naar de muur.
Kitty speelt een liedje voor haar en vraagt de vrouw: “vond je het mooi?”
De vrouw kijkt Kitty in de ogen en zegt: “nee.”
“Vind je het wel gezellig dat ik er ben?” vraagt Kitty.
“Ja,” antwoordt de vrouw.
De man aan tafel zegt: “ik ben Sinterklaas geweest, wel duizend jaar.”
Hij buigt dicht naar Kitty toe en fluistert: “niemand mag het weten, maar dat had mijn vrouw gemaakt.”
Een andere man ziet hoe dicht bij Kitty de man zit en zegt, “weet je waarom hij dat doet? Hij wil een kusje van je!”
“Oh,” zegt Kitty, “maar die heb ik nog wel,” en geeft de man een dikke knuffel.
De man blaft een paar keer en zegt: “wat lekker warm!”
Dan wijst hij naar Kitty’s neus, zegt: “niet kwijtraken!” en hij gaat er vandoor.