Slapen

“Dat vind ik leuk,” zegt de vrouw lachend en ze tikt op haar neus. “Het is een soort oranje. Het doet toch geen pijn?”
“Nee,” zegt Kitty. “Maar in deze neus bewaar ik mijn verstand.”
“En mijn neus,” zegt de vrouw, “die zit daar ook.”
“Ja, ik heb plek genoeg voor twee neuzen,” zegt Kitty.
“En de mond?” vraagt de vrouw.
“Eén mond,” zegt Kitty, “en die bestaat uit twee delen. Dat heb jij ook.”
De vrouw buigt haar hoofd met getuite mond naar Kitty en Kitty raakt haar lippen aan.
“Zacht hè,” zegt de vrouw. “En jij, je moet zo maar naar bed en dan goed slapen.”
Op bed ligt een vrouw die Kitty met grote ogen aankijkt.
“Ken je me?” vraagt Kitty.
“Ja, ik heb je vaker gezien. Ook hier,” zegt de vrouw.
“Vandaag gaan we zingen,” zegt Kitty. “Ben je een zangeres?”
“Ja,” zegt de vrouw en ze zingt samen met Kitty. Ze vindt het zo leuk, drie keer wil ze het liedje zingen. Dan neemt Kitty afscheid. De vrouw zingt gewoon door en vraagt dan: “ga je nu slapen?” Dan zingt ze weer. Als Kitty vertrekt, blijft de vrouw door zingen.
“Ik ben jong en jij bent oud,” zegt een vrouw. “Maar ik weet dat het andersom is hoor! En je bent zo mooi! En ik heb je horen zingen en dat was ook mooi.”
“Wat lief dat je dat zegt,” zegt Kitty.
“Is dat zo? Waarom, ik heb dat gewoon gehoord,” zegt de vrouw.
“Maar dat je het ook zegt, niet iedereen doet dat.”
“Ik kan ook niet alles verstaan,” zegt de vrouw en tikt tegen haar oren. “Ik ben een beetje dom.”