De vrouw kijkt Kitty aan en begint een versje op te zeggen. Dan aait ze Kitty over haar wang en zegt: “nu jij.”
Kitty speelt een liedje voor haar.
Als het liedje afgelopen is zegt de vrouw: “nu moet ik werken.”
“Wat ga je doen?” vraagt Kitty.
“Turf brengen,” zegt de vrouw, “met de boot.” En ze zegt opnieuw haar versje op.
In de gang hoort Kitty geschreeuw. Het komt uit de kamer van een vrouw die doof en blind is. Kitty pakt haar handen.
“Lekker warm,” zegt de vrouw.
Kitty wrijft haar over de handen en de vrouw dommelt weg.
Een andere vrouw zit angstig tegenover de pedicure.
“Ze gaat me pijn doen,” zegt ze, “blijf je bij me?”
“Hou mijn handen maar vast,” zegt Kitty.
“Wat heb je een mooie ring!” zegt de vrouw.
“Ja, en wat heb jij?” vraagt Kitty.
“Ik heb alles om wat ik heb,” zegt de vrouw.
“Joh, je lijkt wel een kerstboom!” zegt Kitty verbaasd. “Maar dat is het verkeerde feest want nu zijn we Sinterklaas.”
“Ik snap het allemaal niet,” zegt de vrouw, “ik ben mijn snappertje kwijt.”
“Je hebt dan geen snappertje, maar krijgt wel een opknappertje,” zegt Kitty.
De vrouw krijgt een lachbui.
De pedicure begint aan haar voeten en de vrouw roept “Au au au au au!”
“Knijp ik je?” vraagt ze aan Kitty.
“Knijp gerust,” zegt Kitty, “en ik blijf tot het klaar is.”
“Blijf maar de hele dag!” zegt de vrouw.