De vrouw wijst naar buiten. “Kletsnat,” zegt ze.
“Het gaat stormen,” zegt Kitty.
“Dan durf ik niet naar bed,” zegt de vrouw.
“Kun je niet slapen dan?” vraagt Kitty.
“Dan moet ik eerst liggen,” zegt de vrouw.
“Het lukt ook beter als het donker is,” voegt Kitty toe.
“Je moet ook je ogen dicht doen,” zegt de vrouw. “Dat scheelt zo vijf minuten.”
“Wie ben ik?” vraagt een andere vrouw.
“Ben jij niet die ene uit het criminele circuit?” vraagt Kitty.
“Ja we zijn boeven,” zegt de vrouw. “Wat heb ik gedaan?”
“Heb je de bank beroofd?” vraagt Kitty.
“Als ik geld nodig heb doe ik dat,” zegt de vrouw.
“Mag ik je adres?” vraagt Kitty. “Dan ga ik de buit opgraven.”
“Graaf maar ergens in het bos,” zegt de vrouw.
“O nee,” zegt Kitty, “dan ben ik de rest van mijn leven bezig!”
“Grapje!” zegt de vrouw.
“Gaan we nu naar huis?” vraagt nog een vrouw.
“Liever een andere keer,” zegt Kitty. “Het gaat stormen.”
“‘Donkere wolken pakken samen, en komen dreigend op ons af’,” draagt de vrouw voor.
“Brr, griezelig hoor,” zegt Kitty. “Wat gebeurt er dan?”
“Ik weet niet hoe het verder gaat,” zegt de vrouw. “Dus blijft het zo.”
“We kunnen voor altijd onder de tafel schuilen,” stelt Kitty voor.
“Dat kunnen we doen,” zegt de vrouw.
“Of we zingen een lenteliedje om de storm te verdrijven.”
“Laten we dat doen,” zegt de vrouw.
Storm
Bladwijzer de permalink.