Kitty wrijft zacht over de arm van de man. Hij doet zijn ogen open en kijkt Kitty lachend aan. De man pakt Kitty’s bal en knijpt. Kitty laat een andere bal over de tafel rollen. Met de bal die hij in de hand heeft, tikt de man de bal terug naar Kitty. Na een poosje heen en weer rollen, beweegt de man niet meer. Kitty rolt de bal naar een andere man die nog niet bewogen heeft. Hij vangt de bal en kijkt op: “hè, een meisje of een mevrouw!”
“En een bal,” zegt Kitty. “Kom maar op!”
De man rolt de bal en krijgt hem terug gerold.
“Hè? Alweer één!” zegt de man. Hij rolt weer naar Kitty en krijgt de bal retour.
“Hè? Nog één?” zegt de man. Hij rolt nu flink hard en de bal schiet van de tafel af.
“Ja, een doelpunt!” roept Kitty.
“Nou vind ik het leuk,” zegt de man. “En hij doet ook mee!”
Hij rolt de bal naar de andere man. En raakt de bal die hij in zijn vuist heeft.
“Raak,” zegt Kitty, “net als met biljarten.”
“Dat is nog leuker,” zegt de man.
Lachend zwaait hij Kitty uit. Kitty loopt naar een vrouw die op de gang zit. De vrouw leest de namen op van de mensen die dienst hebben.
“Hier ken ik niemand van,” zegt de vrouw.
“Jij hebt geen dienst geloof ik?” vraagt Kitty.
“Ik heb altijd gewerkt,” zegt de vrouw, “in het gesticht. Ook toen ik getrouwd was. Ik denk dat mijn man dat eigenlijk niet leuk vond. Maar het mocht wel!”
“Was je niet bang?” vraagt Kitty.
“Ik ben nooit bang, net als mijn vader,” zegt de vrouw.
“Je hebt een lied verdiend!” zegt Kitty.
De vrouw kijkt zuur en zegt nee. Kitty bezoekt nog even een vrouw die verderop zit en loopt dan terug naar de vrouw. Ze zit te zingen.
Kitty applaudisseert voor haar.
“Niet zo klappen,” zegt de vrouw. “Je handen gaan kapot.”
Kitty laat haar handen aan de vrouw zien. De vrouw pakt die vast.
“O die zijn lekker zacht,” zegt de vrouw. “Je bent een heel lief meisje…”
Toch leuk
Bladwijzer de permalink.