Uitlaatklep


De vrouw staat verstijfd achter haar kinderwagen vol met poppen en beren. Als Kitty naar haar toe loopt, glimlacht ze kort en dan sperren haar ogen weer angstig open.
“Ik kan er niet langs,” zegt ze als ze Kitty angstig aankijkt. Midden in de gang staat het karretje met zwabbers.
“Maak je een reisje met de kleintjes?” vraagt Kitty.
“O, nee,” zegt de vrouw. “Dat kost geld.”
“Dan kunnen we het leuk voor ze maken met een liedje,” stelt Kitty voor en de vrouw stemt daarmee in. Berend Botje wordt het, wat eindigt op ‘híj is naar Amerika.’
“Ja nu snap ik het!” zegt de vrouw als het lied uit is. “Daar staat een ladder waarmee je naar Amerika kan klimmen!”
“Ja, verhip,” zegt Kitty. “Nu snap ik het ook! En straks kunnen wij er weer langs.”
De schoonmaakster komt en rijdt haar kar uit de weg.
“Ze zijn mooi hè?” zegt de vrouw en ze aait haar poppen.
In de woonkamer zit een man met een boos gezicht. Plotseling staat hij op als Kitty binnen komt. Woedend roept hij: “wegwezen!!!”
Kitty kijkt de man niet aan en neemt een stukje afstand.
“Goedemorgen,” zegt Kitty en pingelt op de ukelele. Dan zet Kitty een lied in. De man kent het en zingt woedend mee. Dan is hij kalm en gaat samen met Kitty aan tafel zitten. Het volgende lied doet de man zijn best om op toon te zingen.
“Prachtig!” zegt Kitty. De man glimlacht vaag.
“Mag ik je een hand geven?” vraagt Kitty. De man knikt en schudt haar hand vriendelijk. “Goedendag en tot de volgende keer,” zegt hij opgewekt.
Hij zwaait tot Kitty de hoek om is.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *