Voor anderen

Kitty zit naast de man. De man kijkt Kitty nors aan.
“Hoe gaat het?” vraagt Kitty voorzichtig.
“Sommige dingen goed en andere niet,” zegt de man. “Dit zijn mijn laatste jaren. Dat is geen léven, het is alleen nog bestaan.”
Kitty zucht en zegt: “dat is heel serieus.”
“Ja,” zegt de man, “dus dat lachen en die dingen, voor mij hoef je dat niet te doen.”
Hij wijst naar buiten, naar de hijskraan. “Ga daar maar heen in je pakkie, die mannen hebben nog nooit zoiets beleefd.”
“Dat lijkt me leuk,” zegt Kitty. “Misschien mag ik aan de kraan hangen en rondjes slingeren.”
De man lacht.
“Ik heb dat nog nooit gedaan, maar ik wil het beleven,” zegt Kitty.
“Sa wie it en net oars,” zegt de man.
“Je praat Fries!” zegt Kitty verbaast.
“Mijn ouders zijn Fries,” zegt de man. Hij vertelt uitgebreid de oude Friese mop over de schaatser. Dan constateert de man dat het tijd is en Kitty loopt naar een vrouw toe.
“Wat leuk dat je visite had,” zegt Kitty tegen de vrouw.
“Ik krijg vaker visite,” zegt de vrouw. “En dat is ook leuk voor de andere mensen. Die zien ook eens andere gezichten.”
“Ja dat is zo,” zegt Kitty. “En ik vind je heel slim dat je dat merkt.”
“Ik slim?” zegt de vrouw en tikt op haar voorhoofd. “Alles is daar kapot.”
“Dat heb ik ook,” zegt Kitty. “Er is iets kapot in mijn hoofd. Nu moet ik soms dingen op een andere manier doen om door te gaan.”
De vrouw knikt. “Heel goed, zó is het.”
“Ik ga je een knuffel geven,” zegt Kitty en omhelst de vrouw.
“O fijn,” zegt ze.
“En je ruikt heerlijk!” zegt Kitty.
“Gelukkig!” zegt de vrouw. “Dit is weg en dat is weg, maar een beetje ‘psssst psssst’ is er altijd!”