“Wil je wat drinken?” vraagt de man. “Jenever?”
“Doe dan maar drie,” zegt Kitty. “Ik heb dorst.”
“Mijn hele hoofd zit vol jenever,” zegt de man. “Het is niet best.”
“Heb je ook slaapmutsjes?” vraagt Kitty.
“Nee,” zegt de man. “Die zijn uitverkocht.”
“Dan zing ik maar een liedje,” zegt Kitty.
Na het liedje rollen er tranen over het gezicht van de man. “Was het niet mooi?” vraagt Kitty.
“Heel mooi,” zegt de man. “Maar weet je wíe er muziek maakt? En versjes?”
“Ben jíj het?” vraagt Kitty. “Met de accordeon?”
De man knikt. “Een hele grote accordeon. En alle versjes uit mijn hoofd. Maar soms doet dat het niet meer.”
“Speel je ook voor boeven en gespuis?” vraagt Kitty.
“Ja voor iedereen!” zegt de man. “En die boeven pak ik wel. De grote én de kleine. Want later zijn de kleine groot.”
Kitty geeft de man een knuffel bij het afscheid.
“Ik hoop dat je volgend jaar weer komt,” zegt de man.
Op de gang zit een vrouw en Kitty gaat bij haar zitten.
“Dat kan niet. Ik moet zo weg,” zegt de vrouw. “Ik heb het heel druk.”
“Wat doe je dan voor werk?” vraagt Kitty.
“Bij een oude vrouw,” zegt de vrouw. “Maar later ging die weg, naar haar moeder. Toen ging ik ook naar mijn moeder. Ik moet gewoon veel doen,” zegt de vrouw.
“Pas op dat je niet té veel doet,” zegt Kitty.
“Dat zei de vrouw ook altijd: maak je toch niet zo dik,” zegt de vrouw.
“Zei ze ook wel eens: dankjewel?” vraagt Kitty.
De vrouw denkt na. “O jawel, ik zag hem vanmorgen nog.”
“En zei hij toen bedankt tegen je?” vraagt Kitty.
“Nee hij moest snel weg,” zegt de vrouw. “Hij is ook nooit meer teruggekomen.”
“Dan zeg ik tegen je: dankjewel voor alles wat je deed om te helpen,” zegt Kitty.
“Ach…” zegt de vrouw, “iemand moet dat… Lieverd.”
Voor de ander
Bladwijzer de permalink.