Vriendelijk


De vrouw glimlacht vriendelijk als Kitty naast haar gaat zitten. Ze frunnikt aan de rits van haar tas.
“Zit die goed?” vraagt Kitty.
“Hij doet het beter als ‘ie andersom zit,” zegt de vrouw.
Een man komt binnen. “Die ken ik niet,” zegt Kitty tegen de vrouw. “En jij?”
“Ik ken hem wel,” zegt de vrouw. “Het is een zeurpiet.”
“Je bent wel eerlijk,” zegt Kitty. De vrouw glimlacht.
“Hier, neem jij dit maar,” zegt ze dan en wijst voor zich op de tafel.
“Ik zie niks,” zegt Kitty.
De vrouw lacht en zegt: “het is al weg.”
“Mag ik bij je op bezoek komen?” vraagt Kitty aan de vrouw die alleen zit op haar eigen kamertje.
“Als je maar niet bijt,” zegt de vrouw.
“Als je lekker smaakt, naar chocolade, denk ik dat ik je wel ga bijten,” zegt Kitty.
“Dat kan niet,” zegt de vrouw. “Dan bijt jij mij en ik bijt jou dan. Dan is er straks niemand meer. Je bent toch geen wild beest?”
“Nee, wild niet,” zegt Kitty.
“Want dan zetten ze je op… een plankje,” zegt de vrouw.
“Welk dier zou jij het liefst willen zijn?” vraagt Kitty.
“Een klein poesje,” antwoordt ze. “Dat is toch lief? Iedereen aait een klein poesje.”
Kitty aait de vrouw over haar wang.
Hap! doet ze met een schijnbeweging.
“Dat doet een klein poesje ook,” zegt de vrouw en ze lacht ondeugend.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *