De vrouw pakt het konijn aan van Kitty en legt deze aan de kant. Ze knuffelt haar eigen beer.
“Het is zo’ n lief ventje,” zegt ze tegen Kitty en ze geeft de beer een massa kusjes.
“Ik pas op hem, of hij past op mij,” zegt ze.
Kitty laat het konijn ook de beer kussen. Dan pakt de vrouw het konijn.
“Jij bent een eigenwijs ventje,” zegt ze tegen het konijn.
Nu wil een andere vrouw het konijn, ze wijst ernaar. Kitty zet hem op haar schoot. De vrouw klopt het konijn op z’n kop en glimlacht tevreden.
Een andere vrouw vertelt Kitty dat het niet goed met haar gaat, “maar het zou minder zijn als ik een jongetje was.”
Dan begint ze een liedje te zingen. Kitty zingt met haar mee en sluit af met: ‘koekoek!’
De vrouw reageert daarop met: “‘een man in een vrouwenbroek!’ Dat zeggen we hier gewoon. Ik heb trouwens ook een vrouwenbroek. Heb je ook een vrouwenbroek?” vraagt ze haar buurvrouw.
“Ja,” zegt deze.
Kitty geeft een andere vrouw een bal.
“Wat doe ik ermee?” vraagt ze.
“Je kàn er keihard mee tegen het dienblad met kopjes aan gooien zodat alles in stukken valt,” suggereert Kitty.
“O nee, dat doet ze niet!” roepen een paar vrouwen lachend.
“Het kan ook niet,” zegt de vrouw met de bal, “die spullen zijn van de zaak.” Ze geeft Kitty de bal terug.
Een andere vrouw giert van het lachen en zegt: “mensen denken dat we als we oud zijn allemaal hetzelfde zijn. Maar wíj doen wel eens iets anders!”
Vrouwenzaken
Bladwijzer de permalink.