Wals


De man zit hand in hand met de zuster op de gang. Kitty gaat aan de andere kant van de man zitten en pakt zijn andere hand.
“Je bent omringt door mooie vrouwen,” zegt Kitty. De man straalt.
Er komt een vrouw. “Kom erbij!” zegt Kitty, en de vrouw neemt plaats.
Een man komt aanlopen. “Dag meneer,” groet Kitty.
“Ik ben geen meneer,” zegt de man. “Gewoon man.”
“Ik kan ook een man zijn,” zegt Kitty met een diepe stem. De man springt met gespeelde schrik op.
Een andere vrouw loopt de gang in. Ze loopt naar Kitty en geeft op iedere wang tien kusjes. Dan pakt ze de hand van de gewone man.
“Misschien kunnen jullie samen dansen,” zegt Kitty. “Dan maak ik de muziek.”
Kitty speelt een lied. De vrouw naast haar zingt mee.
De andere vrouw pakt de tweede hand van de man ook. Ze wiebelen onwennig heen en weer. Dan beseft de vrouw: het is een wals. Ze pakt de man vast en leidt hem in het goede ritme.
“Kijk nou!” roept de zuster. “Dit heb ik nog nooit gezien!”
De man en de vrouw walsen naar het eind van de gang. Daar lopen ze de woonkamer in.
De vrouw zit in de woonkamer.
“Wat een kleintje,” zegt ze als ze de speelgoedkikker ziet. “Hier: twee, nog twee,” telt ze de poten.
“Dat is hetzelfde als bij jou,” zegt Kitty. “Hier: twee armen, twee oren en twee neuzen. Of niet?”
“Ik tel dat zo,” zegt de vrouw. Ze tikt van de ene op de andere neusvleugel: “één twee drie vier!”
“Ja zo kan het ook!” zegt Kitty. “En ik zie dat er een paar gaten in zitten.”
De vrouw voelt aan haar neus. “Komt er iets uit? Soms komt er iets uit!”
“Helemaal niks,” zegt Kitty.
De vrouw lacht. “Gelukkig maar!”

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *