De mond van de vrouw valt wijd open. “Wat een mooie dame!”
“Ik kom nèt bij de kapper vandaan,” zegt Kitty.
“Mijn neef is kapper,” zegt de vrouw. “Was je daar?”
“Hier vlakbij was het,” zegt Kitty. “Bij een heel aardige man.”
“Dat is hem,” zegt de vrouw. “En hij heeft dát ook: Rood haar, geverfd. Rode neus en een rode mond. Maar niet elke dag.”
“En deze jurk, heeft je neef die ook?” vraagt Kitty.
“Nee,” zegt de vrouw. “Alleen een rok. En deze nagels zijn ook mooi: groen. Dat heb ik ook. O, nee! Ik heb het natúúrlijk.”
“Groene nagels betekenen dat ik van de natuur hou,” zegt Kitty.
“Mijn poes heeft ze ook,” zegt de vrouw.
“Die houdt ook erg van de natuur denk ik,” zegt Kitty.
“O ja, ik hou van alle dieren,” zegt de vrouw.
Een andere vrouw ploft op een stoel. “Ik ben niet lekker,” zegt ze.
“Rust maar uit,” zegt Kitty. “Ik zing wel voor je.”
“Ga je spelen? Ja leuk. De vorige keer was dat maar zo kort,” zegt de vrouw.
“Ik zing nu wat meer dan de vorige keer,” zegt Kitty.
“Dat vindt dat meisje daar ook leuk.”
De vrouw zwaait naar een buurvrouw. “Is dat je dochter?”
“Ja,” zegt Kitty. “Ze is heel lief en houdt van liedjes.”
“Ik zou wel willen dat je bleef eten,” zegt de vrouw. “Maar er is vandaag zó veel visite. Ik had er niet aan gedacht, maar mijn moeder is jarig.”
“Dan zingen we ook voor je moeder,” zegt Kitty. Samen met nog wat buurvrouwen wordt ‘lang zal ze leven’ gezongen. Na de laatste ‘hoera!’ drukt Kitty haar neus tegen die van de vrouw.
De vrouw lacht. “Ik wist niet dat het zacht was! De volgende keer moet je even laten weten dat je komt, zegt ze. Dan kun je gewoon blijven.”
Warmte
Bladwijzer de permalink.