Kitty kijkt om. “Schopt u mij meneer?”
“Ga weg!” roept de man. Hij kijkt boos.
Kitty gaat de woonkamer binnen. De vrouw aan tafel staart naar de snippers die ze van de krant heeft gemaakt.
“Zal ik ze opruimen?” vraagt Kitty en houdt een hand op. De vrouw legt de snippers zorgvuldig in Kitty’s hand. Dan geeft Kitty de vrouw de speelgoedkikker. De vrouw bestudeert het dier. Dan laat ze het op de tafel hoppen.
“Wat klein,” zegt ze.
“Weet je wat het is?” vraagt Kitty.
“Een krokodil,” zegt de vrouw.
“Wat goed!” zegt Kitty. “Dan heb je vast eerder een krokodil gezien.”
“In Duin,” zegt de vrouw. “Maar die was veel groter.”
Kitty zingt liedjes met de vrouw. Daarna glimlacht de vrouw. “We hebben gezongen!” zegt ze. “Wat is dit voor dag eigenlijk?”
“Een gewone doordeweekse dag,” zegt Kitty.
“Met een gouden randje,” zegt de vrouw.
Kitty loopt naar de boze man op de gang en tokkelt wat op de ukelele. De man kijkt rustig toe. Dan pakt Kitty een bal en laat die aan de man zien. Hij wenkt met zijn hand en Kitty rolt de bal over de tafel naar hem toe. Hij rolt terug.
“Mijn fout,” zegt de man als Kitty mis grijpt.
“Ik ben geen goeie sporter,” zegt Kitty. “Volgens mij deed ik het fout.”
“Wat doe je voor sport?” vraagt de man.
“Ik dans,” antwoordt Kitty.
“Ach dat is mooi,” zegt de man met grote ogen.
Kitty geeft de man wat te drinken. “Dat gaat niet zo hard,” zegt hij verontschuldigend.
“Je mag er de héle dag over doen,” zegt Kitty.
De man lacht. “Moet je nu weer weg? Dat was kort.”
Wat een dag
Bladwijzer de permalink.