Weetjes

image
“Ik ga hier wachten tot ik doodga,” zegt de vrouw.
“Hoe oud ben je dan?” vraagt Kitty.
“Vandaag ben ik honderd geworden,” zegt de vrouw. Ik ben geboren in 1916.”
Kitty zingt lang zal ze leven voor haar en de vrouw zingt vrolijk mee.
“Dan kom je in de krant,” zegt Kitty. “En dan komt de burgemeester en die wil met je op de foto.”
“Eén bloot en één in de onderbroek,” zegt de vrouw.
“Ga je bloot op schoot bij een burgemeester in onderbroek?” vraagt Kitty.
De vrouw schiet in de lach.
“Wel schoon,” zegt ze. “Mijn moeder wordt anders boos. Ze vindt me een deugniet.”
“Ik vind je lief,” zegt Kitty. “Volgens mij heb je niks verkeerd gedaan.”
“Ik weet ook niet wat ik verkeerd gedaan heb,” zegt de vrouw, “maar mijn leven was heel zwaar.”
Kitty zingt nog een liedje voor haar en haar sombere gezicht klaart op. Ze wrijft haar neus over die van Kitty.
“Die neus hoeft van mij niet,” zegt de man. “En zoenen ook niet.”
“Dan maar een hand,” zegt Kitty en de man stelt zich voor.
“Ik kom uit mijn moeke,” vertelt de man. “Daar komen wij allemaal vandaan.”
“Dat maakt het mooi eenvoudig,” zegt Kitty.
“Aan de overkant zijn ze rood,” zegt de man, wijzend op het tweetal tegenover hem dat rode truien draagt.
“Kom niet dichterbij,” zegt de vrouw in het rood, “want dan ga ik je schoppen.”
De man schudt zijn hoofd en laat Kitty zijn glas zien.
“Wat een mooi glas,” zegt de man, “je kan er doorheen kijken.”
Kitty kijkt door het glas naar de man.
“Ik zie je ook door mijn brillenglazen,” zegt Kitty.
“Zorg er dan maar voor dat je oren er niet afvallen,” zegt de man.

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *