Impressie van een bezoek van contactclown Kitty aan ouderen met dementie in een verpleeghuis.
“Goedemorgen!” zegt Kitty tegen de vrouw die op de gang zit.
“Nee hoor, géén goedemorgen,” zegt de vrouw. “Ik ben ziek.”
“Heb je iets nodig?” vraagt Kitty.
“Ik heb honger maar de zuster geeft niks,” zegt de vrouw. “Ik ben niet eens gewassen. Ik ben boos op haar. En op jou ben ik ook boos!”
“Ik wil je best helpen,” zegt Kitty.
“Je moet gewoon gaan werken,” zegt de vrouw. “Wat is je werk, liedjes zingen? Krijg je daar geld voor? En ken je er wel honderd?”
“Jawel hoor,” zegt Kitty. “Honderd. En voor jou heb ik er twee.”
“Dat is goed,” zegt de vrouw, “dan is er ook genoeg voor de anderen.”
Na de liedjes zegt de vrouw: “dat is mooi hoor.”
“Heb je nog wat nodig?” vraagt Kitty. “Een broodje?”
“Nee joh, ik hoef niks,” zegt de vrouw. “Ik heb het eten al op.”
Kitty zingt samen met een andere vrouw in de hoorn van een antieke telefoon. Aan de lijn is een verzonnen oom.
“Hij wil ook komen eten,” zegt Kitty. “Kan dat?”
“O! Ik denk het wel,” zegt de vrouw. “Hij mag er wel bij komen hoor!”
“Nu niet, we gaan nog wat zingen,” zegt Kitty.
“Bij de marine zong ik ook,” zegt de vrouw. “Mijn vader zat bij de marine.”
“Werkte je zelf ook bij de marine?” vraagt Kitty.
“Ja!” zegt de vrouw. “Of… ik weet zeker, nee! Mijn moeder wou de kinderen dichtbij houden. Ik hielp mijn moeder en ik hielp andere mensen. En áltijd zingen, dat deed ik.”
“Met jou samen zingen vind ik heel leuk,” zegt Kitty. “En ik kom dat gauw weer doen.”
“O alsjeblieft,” zegt de vrouw. “Dat moet je niet vergeten!”
Werk
Bladwijzer de permalink.