Kitty geeft de man een hand. “Kent u me nog?”
“Natuurlijk Sinterklaas,” zegt de man. “Maar mijn hoofd is niet zo goed. Hè, iemand anders gebruikt mijn hoofd,” zegt hij als de zuster een foto maakt en daar zijn hoofd bij aanraakt.
“Wie doet dat?” vraagt Kitty.
“Het lijkt wel een toerist met al dat gefotografeer,” zegt de man. “Ik zie niks!”
Kitty komt dichterbij en drukt zacht met haar neus tegen de neus van de man. “Zo! Je hoofd staat nu weer aan.”
“Veel beter,” zegt de man. “Konden ze dat allemaal maar.”
“Ik ga trouwens op je stemmen,” zegt Kitty. “Voor het koningschap.”
“De koning van Kampen, ja dat zou ik wel willen,” zegt de man.
“En dan kun je de toren beklimmen om die koe te bevrijden,” zegt Kitty.
“Hangt ‘ie daar nu nóg!” zegt de man. “Ja dat is een mooi doel om naar toe te leven. Mag ik u vriendelijk bedanken voor dit gesprek? Ik bewonder u zeer, als de kindervriend.”
De vrouw belt haar dochter.
“Doe rustig aan hè? Je bent mijn enige dochter en ik ben je enige moeder,” zegt de vrouw en ze kust de telefoon. “En er is hier een meisje dat lacht! Ze hoorde dat ik je een kusje gaf, toen kuste ze naar me op haar vingers! Ze is bij een man met een doek. Een theedoek. Ze lacht weer! Doe rustig aan hè!”
Kitty gaat bij haar zitten.
“Wat mooi die strik met knipjes. Knippen ze je haar zo?” vraagt de vrouw.
“Ja zó is het geknipt. Omdat ik net als jij een Dame wil zijn,” zegt Kitty.
“Zoals ik?” zegt de vrouw en lacht. “We hadden wel veel jonge mannen op het station. Nee, niet het station.”
“Op het schip?” vraagt Kitty.
“Daar kwamen ook vrouwen,” zegt de vrouw. “Met hoedjes en strikjes. Maar die waren al zèstig!”
“Jij ziet er goed uit,” zegt Kitty.
“Ik moet geen handenvol chocolade meer eten,” zegt de vrouw. “Je wordt zó te dik.”
Wie zoet is…
Bladwijzer de permalink.