De vrouw kijkt somber voor zich uit.
“Heb je het moeilijk?” vraagt Kitty.
“Het is heel moeilijk,” zegt de vrouw en ze kijkt naar haar buurvrouw die een boze bui heeft.
De boze vrouw wil naar bed. Ze is er van overtuigd dat het nacht is en foetert op al dat licht buiten.
“Je kan het niet voor iedereen goed maken,” zegt Kitty.
“Nee, deze wil dit niet, die wil dat niet en van nog één moet het weer zo. Ik moet mijn mond maar dichtplakken,” zegt de vrouw.
“Of je oren,” zegt Kitty, “alleen wilde ik daar voor jou nog een vrolijk versje instoppen.”
Dat vind de vrouw een goed idee en ze zingt mee met het liedje. Haar gezicht slaat helemaal om en ze kijkt Kitty met een glimlach aan. Dan gaat ze verder met was vouwen.
Een andere vrouw laat Kitty haar hand zien.
“Die doet zo’n pijn,” zegt ze.
“Moest je zo hard werken?” vraagt Kitty.
“Ik moet altijd werken,” zegt de vrouw. “En ze zeiden: jullie moeten allemaal dit aan,” en de vrouw wrijft over haar mouw.
Kitty geeft de vrouw een hand. De vrouw legt een paar kruimels van haar koek in de handpalm. Dan bestudeert ze de vingers één voor één.
Ze buigt haar gezicht naar de hand en zegt: “wat kun jij toch leuk spelen!”
“En dit kan ze ook,” zegt Kitty en ze aait de vrouw zacht over haar wangen. “Zacht hè?”
“Heel zacht,” zegt de vrouw, en ze wijst naar haar vest.
“En dit is ook zacht,” zegt Kitty en geeft de vrouw een knuffel.
“Dat is heel lief,” zegt de vrouw.
Zacht
Bladwijzer de permalink.