Kitty zet de bal op het pakje zakdoekjes van de vrouw.
“Oh!” roept ze verbaasd, wanneer dat niet omvalt.
“Ik ga maar bij het circus,” zegt Kitty. “En kijk wat ook kan!”
Kitty rolt de bal over de hele lengte van de tafel. Met een geconcentreerde blik tuurt de vrouw naar de bal en pakt hem precies voordat deze over de rand van de tafel rolt. Kitty en de vrouw juichen en ballen nog een poosje door, waarbij de vrouw de bal ondanks de hindernissen op tafel steeds feilloos grijpt.
“Wat een boel hartjes,” zegt een andere vrouw als ze Kitty’s jurk bekijkt.
“Dat is omdat ik bij lieve mensen op bezoek ga,” verklaart Kitty.
“Dáár zit een hele lieve jongen,” zegt de vrouw wijzend naar de hulp.
“Ja, ken je hem al lang?” vraagt Kitty.
“Nee, ik zie hem nu pas. Maar hij smeert koek,” zegt de vrouw.
“En daar heb je nog een hele lieve vrouw.” Ze wijst naar haar buurvrouw die Kitty boos aankijkt.
“Ik hoor van deze dame dat je een heel lieve vrouw bent!” roept Kitty naar de slechthorende buurvrouw.
Haar gezicht klaart helemaal op.
“Is dat zo? Zegt ze dat?” zegt ze en kijkt ingelukkig.
“Neem je geen koek van die lieve jongen?” vraagt Kitty aan de vrouw.
“Nee dan wordt ik te dik,” zegt ze en laat haar buikje zien. Kitty bekijkt haar buik van dichtbij.
“Ik zie niks,” zegt Kitty.
“Nee,” zegt de vrouw, “dat zit aan de binnenkant en dat hoort ook zo.”