Kitty springt over de natte plekken van de pas gedweilde vloer naar de man toe. De man schatert van het lachen. Kitty vliegt hem om de hals en roept: “het is gelukt!”
“Ja ja,” zegt de man blij.
“Dat vieren we met een liedje,” zegt Kitty en zingt voor de man.
Na het liedje voelt de man met zijn wijsvinger voorzichtig aan Kitty’s wangen en neus.
“Wat mooi,” zegt hij ernstig.
Een andere man kijkt naar buiten. Daar staat de lijkwagen.
“Hij is dood!” roept de man.
De chauffeur stapt uit.
“Ga toch weg man,” roept de man. “Hij is hartstikke dood!”
Kitty komt bij hem staan.
“Wat ben je mooi,” zegt de man als hij merkt dat Kitty daar is. “Maar dat kan weg,” zegt hij en wijst naar Kitty’s neus. Kitty doet de neus af.
“Zo is het goed,” zegt de man en loopt tevreden naar zijn kamer.
“Wat doe je?” vraagt de vrouw.
“Ik wil in jullie bloemstuk gaan zitten,” zegt Kitty. “Die bloemen passen mooi bij mijn jurk. Ik mis iets nu mijn neus eraf is.”
“Elke gek zijn eigen bestek,” zegt de vrouw. “Er is niks mis.”
“Dan iets anders, ik ga proberen je buurman een zoen te geven,” zegt Kitty. “Dat is nog nooit gelukt.”
“Weet je hoe oud hij is?” vraagt de vrouw. “Hij is over de honderd. Maar probeer het maar.”
“Dat wil ik ook proberen,” zegt Kitty. De man deinst achteruit.
“Weer mis,” zegt Kitty. “Dan is die voor jou.”
“Dankjewel,” zegt de vrouw. “Dat vind ik lief van je.”